One day ill translate this


Authors
fizzelston
Published
5 years, 4 months ago
Stats
1308 2 4

But today isnt that day

Theme Lighter Light Dark Darker Reset
Text Serif Sans Serif Reset
Text Size Reset

Someday ill translate shit but for now enjoy this Dutch gebrabbel, houdoe hé.

“Is een gesprek onder vier- drie ogen, echt nodig?” vroeg Roswell. Zijn verdikte accent in zijn tongval verraden zijn zenuwen, terwijl een ruwe hand van zijn gevangennemers op zijn schouders hem de Heren in duwde.  

De gokhal, Graak’s paleis, was verlaten en gesloten. De goktafels waren aan de kant geschoven en stoelen waren gestapeld. De geur van oud braaksel was een deel van het interieur zoals als de oude kaarsen kandelaren dat was, maar zonder de bezoekers vielen beide meer op.   

Zonder veel protest werd Roswell naar de nieuw gelakte rode deur achter in het vertrek getrokken. Een van zijn bewakers opende deur en met een klap van het handvat van een geweer recht tussen zijn schouderbladen werd Roswell aangemoedigd om te gaan lopen.

Achter de rode gelakte deur liep een gang, die gestaag naar beneden gingen. De temperatuur nam deels af en de muur formatie werd met elke stap natuurlijker. Aan de muren hingen geen schilderijen, geen kunst. Graak was een liefhebber van kunst, maar ze vond hoe mensen zoals Petros Crawford het onderwerp behandelde een schande voor het werk. Kunst is als angst, had Graak hem ooit verteld. Het moest gevoeld worden, om begrepen te worden. Achter een volgende met lood verzwaarde deur, lag de wilgenzaal. Graak’s troonzaal.

In de achterzijde van de kamer stond een uit Beisht Kione botten gesneden, op levensechte grote gemaakte, wilg. Graak’s teken. De knoestige takken van de boom waren langs de muren heen geboetseerd. Als witte aderen omarmde ze de hele kamer. Verder was het een haast lachwekkend normaal kantoor. Er lagen planken op de grond, gevuld met goedkoop zagelsel, een set houten bureaus met typemachines en archiefkasten. Kroonluchters die de kamer verlichten met hun groene kleuren en lange schaduwen wierpen op de papieren wanden die tussen de bureaus gezet konden worden als iemand zich af wou sluiten.

Lang kon Roswell niet van het uitzicht genieten. Zijn twee bewakers grepen hem beide bij de armen en voorzagen er persoonlijk voor dat hij naar Graak werd gebracht. 

In de stam, van de uit monster botten gehouden boom, was een simpele zetel gekerft. Daar zat Graak op, achter een bureau geplaatst. Ze zat over haar papierwerk gebogen en leek het lawaai van voetstappen (niet die van Roswell maar zijn twee bewakers), en het Starse gevloek (wel afkomstig van Roswell), niet op te merken. Of ze negeerde het. Graak stak haar hand op, toen de spartelende Roswell die aan zijn beide armen omhoog gehouden werd, voor haar werd gebracht. Ze zette haar leesbril af en keek op naar de dief die met de tippen van zijn slungelige benen nog net de vloer raakte. “Je hebt me teleurgesteld.”

Met die woorden werden Roswell’s armen los gelaten en als een kraai die tegen zijn veren ingestreken was, wreef Roswell zijn mouwen terug in vorm.

“Met alle respect Burggravin, maar dat had u ook op een briefje naar mij kunnen sturen, in plaats van mij van straat te plukken” snoof Roswell. 

“Ik heb bericht op je gedaan Roswell,” antwoordde Graak koeltjes. “Je hebt alleen de nare gewoonten geen van mijn brieven te beantwoorden. Of geen van mijn leningen terugbetalen.” 

Graak knikte en de twee bewakers rechten tegelijkertijd hun rug, draaide zich om, en liepen het kantoor weer uit. Toen de deur dicht viel vouwde Graak haar vingers over elkaar. 

“Ik heb genoeg leidsmannen die je taak over kunnen nemen Roswell. Genoeg mensen, zelfs sommige die zo lomp als de achterkant van een hippogrief zijn, kunnen ook een hoop kinderen in toom houden en dan wel op tijd hun geldbedragen terugbetalen.”

Alsof het de venijn in zijn baasjes stem had gehoord, of de zweem aan Stars en angst had geroken, kwam Graak’s kat onder het bureau vandaan gekropen en bemachtigde een plek op haar schoot.

De ronde ogen die door het platgedrukte gezicht, uit de schedel puilde staarde Roswell intens aan. Terwijl het beest, onder Graak’s hand begon te spinnen als een vers opgestarte stoomboot.

Roswell beet op de binnenkant van zijn wang. Als je aan iemand buiten Drakenburg vertelde dat iedere volwassen, doorgewinterde crimineel het in hun broek deden voor een oude dame en haar overrijpe pers, zouden ze gelachen hebben. Roswell zag er alles behalve humor in. Katten stonden al niet hoog op zijn lijst maar Benvolio was nog erger. De pers leek Roswell, en eigenlijk ieder andere levende ziel, te haten. Het was dan ook zo dat, zodra hun blikken elkaar vonden het beest begon te blazen. De kat ontblote zo zijn scherpe korte dolkachtige tandjes en gromde diep. Roswells nekharen schoten overeind en instinctief trok hij zijn hoofd tussen zijn schouders. Zo ver mogelijk weg van dat, door de Leegte vergeten mormel.

“Roswell,” waren Graaks woorden geweest die hem terug op deze aarde zetten. Verward schoot Roswells oog weg van het beest naar Graak. Het baasje van de pers leek net zo geamuseerd als de kat zelf.

“Ik hoop dat je door hebt in wat voor situatie je bevindt,” zei ze. “Het is in ons beide belang dat onze relatie stabiel is. Zodra, het naar buiten lekt dat je te laat bent met je betalingen en dat ik, zoals ik bij andere leidsmannen wel zou doen, de duimschroeven niet bij je hebt aangedraaid, gaan mensen denken. En we willen niet dat mensen gaan denken. Vanuit denken, gaan ze doen en nemen ze de taak als schuldeisers in eigen handen,” vervolgde Graak. Roswell knikte enkel, terwijl zijn blik af en toe terugviel op het blazende grommende hoop vacht op Graaks schoot. 

“Ik heb je graag in deze positie Roswell,” vervolgde Graak monotoon en strict. “Er zijn maar weinig leidsmannen die de ratten, die jij verzameld hebt, zo zouden inzetten. Ze stimuleert om niet alleen waardevolle spullen te stelen maar ook informatie. Er zijn zoals ik eerder zei genoegen leidsmannen die denken dat ze jouw plaats makkelijk over kunnen nemen, maar dan niet begrijpen dat geheimen en informatie verkrijgen via… wezen, op zich een lastige taak is. Daarbij, ben jij de enige met wat… kennis. Over Esoterie. En het zou jammer zijn, dat je je positie, mijn voorkeur en misschien zelfs je leven verliest, omdat je duizend Tanden wou lenen, jezelf bezatte, het inzette in hondenraces en zo de Tanden weer verloor. Waardoor je niet op tijd was met je terugbetaling.” Een speling van een glimlach perste zich in haar mondhoeken terwijl Benvolio haast schuimbekkend op haar schoot lag.

Roswell knikte weer, sneller dit keer en zijn blik geheel op de kat gericht. 

Als Graak zei dat hij op zijn kop op de Onyxbrug moest staan, enkel gekleed in zijn onderhemd, en dat zei, met dat beest op der schoot. Had Roswell er gister al gestaan. In zijn ondergoed, op zijn handen terwijl hij het Krettse volkslied uit volleborst zong. Alles om maar zo ver mogelijk van die kleine klauwtjes vandaan te blijven. Graak leek veel door te hebben. Ze wist de emoties van de stad te lezen alsof ze de cijfers van de beurshal opnoemde. Maar één ding leek ze niet van Roswell te begrijpen. 

Ze lachte zelfs.

“Ah, Benvolio heeft jou ook gemist Ros,” zei ze. Terwijl een schim van haar zachte kant even de overhand nam. Ze tilde met die woorden het beest op, die zijn vlijmscherpe gehaakte nageltjes al uit had staan. “Je mag ‘m wel even vasthouden,” en met die woorden ter ondersteuning, zette ze het overspannen blazende oude rot beest op zijn schoot. Direct zakte de messcherpe nagels in Roswells boven been en begon ‘t beest te loeien als een alarm. Roswell beet zo hard op zijn wang dat hij bloed proefde, maar Graak had haar blik allang terug op haar papieren gericht. 

“Waar waren we,” vroeg ze aan niemand in het bijzonder. “Oh ja, je schuld van duizend Tanden.”